7 tips: goed van start in de aangifteperiode FEBRUARI 2020
Deze week (zondag 1 maart) gaat de aangifteperiode van start. Met deze zeven tips van de Belastingdienst kunt u goed van start.
Tip 1: Restant PGA
Heeft uw klant het totaal van de persoonsgebonden aftrek 2018 niet geheel kunnen verrekenen met het inkomen in box 1, 3 of 2? Dan ontstaat een restant persoonsgebonden aftrek (PGA). Als uw klant het hele jaar een fiscale partner had, dan mag het restant PGA in de aangifte IB verdeeld worden tussen de partners. Een PGA kan bijvoorbeeld ontstaan zijn door betaalde partneralimentatie, zorgkosten, studiekosten of giften.
Tip 2: Scheiden en eigen woning
Scheiden en de fiscale gevolgen daarvan voor de eigen woning is een ingewikkeld onderwerp. De Belastingdienst ziet dan ook veel onjuistheden in scheidingsaangiften. 40% van de door fiscaal dienstverleners ingediende aangiften inkomstenbelasting van gescheiden mensen is onjuist, meldt de dienst. Goed om ook dit jaar weer even de site van de fiscus: ‘scheiden of uit elkaar gaan’ te bezoeken.
Tip 3: Giftenaftrek
Aftrekbare giften zijn verdeeld in gewone giften en periodieke giften. Gewone giften zijn onder voorwaarden aftrekbaar als ze worden gedaan aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of aan een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SSBI). Periodieke giften zijn onder voorwaarden aftrekbaar als ze worden gedaan aan een ANBI of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en minimaal 25 leden.
Voor periodieke giften geldt geen drempel of maximum. Een gewone gift is echter niet volledig aftrekbaar. Hier geldt een drempel van minimaal 1 procent van het drempelinkomen en minimaal 60 euro. De aftrek is beperkt tot maximaal 10 procent van het drempelinkomen.
Voor alle giften geldt dat deze met schriftelijke stukken aannemelijk gemaakt moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan bankafschriften of kwitanties. De fiscus kan deze stukken tot 5 jaar terug opvragen.
Tip 4: Starters op de woningmarkt
Volgens de Belastingdienst bestaat er onduidelijkheid over de aftrekbare financieringskosten eigen woning. Daarom hierbij een opsomming van deze kosten:
- Notariskosten en kadastrale rechten voor hypotheekakte, inclusief btw.
- Taxatiekosten (om de lening die tot de eigenwoningschuld behoort te krijgen).
- Kosten voor de aanvraag Nationale Hypotheek Garantie.
- Bouwrente over de periode na het sluiten van de voorlopige koop-/aannemingsovereenkomst.
- Kosten van een nieuwbouwdepot of een verbouwingsdepot (onder voorwaarden).
- Bemiddelingskosten voor het verkrijgen van de hypotheek of lening, zoals advies- en afsluitkosten.
Tip 5: Fiscaal partnerschap
Heeft uw klant het hele jaar een fiscale partner? Of kiest hij ervoor om het hele jaar als fiscale partners te worden beschouwd? Dan mag u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdelen. De manier waarop u deze verdeelt, kan van invloed zijn op de belasting en premie die uw klant betaalt of terugkrijgt. De verdeling kan ook gevolgen hebben voor inkomensafhankelijke regelingen zoals bijvoorbeeld toeslagen.
De belangrijkste elementen die fiscale partners onderling kunnen verdelen zijn:
- het saldo van de inkomsten en aftrekposten van de eigen woning;
- de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen (box 3);
- het (restant) persoonsgebonden aftrek.
Tip 6: Aftrek scholingsuitgaven
Uitgaven die verband houden met het volgen van een opleiding of studie kan uw klant in aftrek brengen als persoonsgebonden aftrek. De studie of opleiding moet hij dan volgen met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Voor de aftrek geldt een drempel van 250 euro. Als uw klant een studie of opleiding volgt buiten de standaardstudieperiode, dan geldt een maximum aftrekbaar bedrag van 15.000 euro.
Aftrekbaar zijn:
- lesgeld, cursusgeld, collegegeld, examengeld, promotiekosten;
- leermiddelen en beschermingsmiddelen die de onderwijsinstelling verplicht heeft gesteld;
- kosten voor EVC-procedures.
Het is belangrijk om na te gaan of de opleiding of studie voldoet aan de begripsomschrijving zoals die in de parlementaire geschiedenis is bepaald. De aftrekbare uitgaven moeten daarbij in direct verband staan met de opleiding of studie. Die moet volgens jurisprudentie over een goede planning en organisatie beschikken. En uw klant moet gedurende het leertraject onder toezicht of begeleiding kennis verkrijgen. Kosten voor een zelfstudie zijn daarom niet aftrekbaar.
Uw klant mag ook alleen de scholingsuitgaven aftrekken die drukken. Dit betekent dat de kosten moeten zijn betaald, verrekend, ter beschikking gesteld of dat de kosten rentedragend zijn geworden. Het moment waarop dat is gebeurd, bepaalt in welk jaar u de uitgaven voor uw klant mag aftrekken. De aftrek vermindert u met de ontvangen vergoedingen, zoals bijvoorbeeld een studievergoeding van de werkgever.
Tip 7: Inkomensafhankelijke combinatiekorting
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een heffingskorting voor de (minstverdienende) ouder van een jong kind. Uw klant komt voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting in aanmerking als hij aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Uw klant ontving meer dan 4.993 euro aan winst uit onderneming, loon uit dienstbetrekking of resultaat uit overige werkzaamheden. Of uw klant kam in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek.
- Uw klant en zijn kind (jonger dan 12 jaar) staan ten minste 6 maanden op hetzelfde woonadres ingeschreven.
- Uw klant heeft geen fiscale partner. Als sprake is van fiscaal partnerschap, heeft degene met het laagste arbeidsinkomen recht op de heffingskorting.