Tips voor iedereen die belasting betaalt DECEMBER 2018
In 2019 wordt de daling van het toptarief inkomstenbelasting ingezet. Een jaar later start de eerste stap in de tariefcorrectie die ervoor zorgt dat voor aftrekposten het lage tarief inkomstenbelasting gaat gelden. Wat kun jij nog in 2018 doen om maximaal voordeel te halen uit aftrekposten? En hoe bespaar je belasting in box 3?
Speel in op aftrekbeperking box 1
De meeste tarieven in box 1 voor inkomsten uit werk en woning worden de komende jaren flink verlaagd. Deze tariefsverlaging begint in 2019. Hieronder kan je zien wat de veranderingen in de tarieven zijn.
Een tariefdaling betekent ook dat aftrekposten minder voordeel opleveren. Daarbovenop wordt het maximum aftrekpercentage voor het overgrote deel van de aftrekposten vanaf 2020 in vier jaar tijd afgebouwd naar 37,05% (2023). Een verschil dus van 14,9%-punt ten opzichte van 2018. Je krijgt hiermee te maken als je box 1-inkomen zonder de aftrekposten boven € 68.507 uitkomt.
Tip
Je kunt hierop inspelen door aftrekposten in de tijd naar voren te halen. Begin hiermee alvast in 2018. Een gift van bijvoorbeeld € 10.000 aan een goed doel (ANBI) kan je tegen het maximumtarief nu nog een maximaal fiscaal voordeel opleveren van € 5.195. In 2023 levert dezelfde gift je fiscaal nog maar € 3.705 voordeel op.
Welke aftrekposten worden afgebouwd?
De afbouw van het maximale aftrekpercentage geldt voor de volgende posten:
- ondernemersaftrek en mkb-winstvrijstelling voor ondernemers
- uitgaven voor onderhoudsverplichtingen
- uitgaven voor specifieke zorgkosten
- weekenduitgaven voor gehandicapten
- scholingsuitgaven
- aftrekbare giften
- restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren
- verliezen op beleggingen in durfkapitaal
Het is dus de moeite waarde om te bezien of je deze aftrekposten zo ver mogelijk naar voren kan halen. Let op: aftrekposten voor oudedagsvoorzieningen, zoals lijfrentepremies, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en (voor ondernemers) toevoeging aan de oudedagsreserve, vallen niet onder de afbouw van het maximale aftrekpercentage.
Overweeg jouw alimentatieverplichting af te kopen
Heb je een alimentatieverplichting aan jouw ex-echtgenoot of ex-partner, dan is de alimentatie nu nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 51,95%. Je kan in gezamenlijk overleg met jouw ex besluiten om de alimentatieverplichting in één keer af te kopen. Je voorkomt hiermee dat je door de aftrekbeperking de komende jaren netto meer alimentatie betaalt.
De afkoop kan betekenen dat jouw ex meer belasting over de afkoopsom betaalt dan over de jaarlijkse alimentatie. Dit kan deels voorkomen worden via middeling of door de afkoopsom in een lijfrentepolis te storten en daaruit periodieke uitkeringen te ontvangen.
Let op
Het afkopen van de alimentatieverplichting heeft voor je jouw en/of jouw ex-partner ook gevolgen voor de belastingheffing in box 3, voor de verschuldigde premie Zorgverzekeringswet (Zvw) en voor eventuele toeslagen. Schakel daarom een deskundige in om te berekenen of de afkoop fiscale voordelen oplevert en wat een redelijke verdeling hiervan is tussen jouw ex en jezelf.
Koop waardevolle zaken voor persoonlijk gebruik nog dit jaar
Roerende zaken die je voor persoonlijke doeleinden gebruikt of verbruikt, hoef je niet op te geven in box 3. Denk daarbij aan inboedel, een auto, boot of caravan, maar bijvoorbeeld ook aan juwelen of een duur horloge. Ben je van plan binnenkort een dergelijke aanschaf te doen, doe deze aanschaf dan uiterlijk op 31 december 2018. Deze uitgave doet dan niet meer mee in box 3-heffing 2019.
Let op
Er geldt een antimisbruikmaatregel. Kan de Belastingdienst aannemelijk maken dat je de zaken hoofdzakelijk ter belegging heeft gekocht, dan behoren deze zaken wel tot het vermogen in box 3. Ook als je deze zaken tevens persoonlijk gebruikt.
Koop nog dit jaar een lijfrente
Koop nog dit jaar een lijfrente of stort op een lijfrentespaarrekening (of lijfrentebeleggingsrecht) en zorg daarmee voor een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw en je aan het begin van het 2018 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd had bereikt. Je aftrekruimte wordt berekend met de jaar- en reserveringsruimte. Als je voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kan je de premie aftrekken tegen maximaal 51,95%
Lijfrentes blijven ook de komende jaren op dezelfde manier aftrekbaar zoals dat nu gebeurt. Voor lijfrentepremies geldt niet de tariefmaatregel waarbij het voordeel van de aftrekpost wordt afgebouwd. Omdat de belastingtarieven vanaf 2019 dalen, zijn de toekomstige uitkeringen uit de lijfrente in veel gevallen lager belast. Als je nu de betaalde premie aftrekt tegen 51,95% en deze straks is belast tegen 37,05%, dan bedraagt jouw tariefvoordeel 14,9%.
Tip
Zorg dat je de lijfrentepremie 2018 betaalt! Alleen dan kan je de premie nog in aftrek brengen in jouw aangifte inkomstenbelasting 2018. Bovendien verminder je daarmee jouw vermogen, zodat je belasting in box 3 bespaart.
Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag
Met betrekking tot jouw aanslag inkomstenbelasting 2018 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2019 een rente van 4%. Dat is flink hoog, zeker als je het vergelijkt met hoe weinig rente je nu op een spaarrekening ontvangt. Voorkom dat je deze hoge rente moet betalen en controleer of jouw voorlopige aanslag 2018 wel juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.
Tip
Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als jouw voorlopige aanslag te hoog is. De Belastingdienst vergoedt over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag. Als je de voorlopige aanslag nog in 2018 ontvangt en uiterlijk 31-12-2018 betaalt, verlaag je hiermee jouw box 3-vermogen. De belastingschuld zelf geldt namelijk niet als box 3-schuld.
Vraag middeling aan bij schommelende inkomsten
Heb je de afgelopen jaren sterk wisselende inkomsten gehad in box 1, dan heb je misschien meer belasting betaald dan bij gelijkmatige inkomsten.. In zo’n geval kan je door middel van middeling geld terugvragen bij de Belastingdienst. Middeling vindt plaats door voor drie aaneengesloten kalenderjaren uit te gaan van de gemiddelde inkomsten. Er geldt een drempel van € 545: alleen het bedrag boven de drempel krijgt je van de Belastingdienst terug.
Tip
Kies de periode van drie aaneengesloten jaren na een goede berekening, want een jaar waarover gemiddeld is, kan niet nogmaals worden meegenomen in een middelingsperiode van drie jaren. Houd er rekening mee dat de tarieven de komende jaren gaan dalen, wat invloed heeft op het te behalen voordeel.
Let op
Middeling gaat niet automatisch.Hiervoor is een schriftelijk verzoek aan de Belastingdienst nodig. Hierin moet je zelf berekenen hoeveel belasting je na middeling terugkrijgt.Je kunt pas een verzoek indienen als de aanslagen over alle jaren uit het middelingstijdvak definitief zijn geworden. Er geldt een termijn: later dan 36 maanden na een onherroepelijke definitieve aanslag is het niet meer mogelijk om via middeling belasting terug te vragen. Let er dus op dat je het verzoek op tijd indient.
Let op
Middeling verandert niets aan al verkregen toeslagen.
In één jaar zorgkosten betalen is voordeliger dan verdelen over twee jaren
Zorgkosten zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Er geldt wel een drempel, die afhankelijk is van de hoogte van jouw inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de drempel. Alleen zorgkosten die boven de drempel uitstijgen, zijn aftrekbaar. Het is daarom aantrekkelijk zorgkosten zo veel mogelijk in één jaar uit te geven. Het betalingsmoment is beslissend voor het jaar van aftrek.
Tip
Houd er ook rekening mee dat door de dalende tarieven de aftrek bij hetzelfde inkomen straks minder oplevert. Vanaf 2023 levert de aftrek zorgkosten immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%. Haal zorgkosten dus zo mogelijk naar voren.
In één jaar giften doen is voordeliger dan verdelen over twee jaren
Giften aan goede doelen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Ook voor giften geldt een drempel. Alleen het meerdere van giften boven deze drempel is aftrekbaar. De drempel bedraagt 1% van jouw verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten, met een minimum van € 60. Voor giften geldt ook een plafond van 10% van het verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten.
Tip
Je kunt giften over meerdere jaren beter clusteren, zodat je slechts één keer met de drempel te maken heeft. Komt je met jouw giften echter boven het plafond van 10% uit, dan is het juist beter jouw giften over meerdere jaren te verdelen.
Tip
Houd er ook rekening mee dat door de dalende tarieven de aftrek bij hetzelfde inkomen straks minder oplevert. Vanaf 2023 levert een gift nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%.Haal aftrekbare giften daarom zo mogelijk naar voren toe.
Zet je giften om in periodieke schenking
Periodieke giften zijn giften aan goede doelen in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die uiterlijk eindigen bij overlijden. Deze giften kunt je aftrekken als je gebruikmaakt van een notariële of onderhandse akte van schenking. Hierin moet zijn afgesproken dat je over een periode van minstens vijf jaar de gift wordt verstrekt. Voor periodieke giften geldt geen drempel en ook geen plafond.
Tip
Schenk periodiek als je geen last wilt hebben van de drempel of het plafond. Een notariële akte is niet nodig, een onderhandse akte is voldoende. Voor een onderhandse akte geldt wel een aantal eisen, maar een dergelijke akte kunt je downloaden vanaf de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl), zoekterm ‘overeenkomst periodieke giften’. Bereken wel of dit opweegt tegen het nadeel van de dalende tarieven in de komende jaren. Vanaf 2023 levert een gift immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%.
Maak jouw (klein)kinderen blij met een schenking
Aan het einde van het jaar is het verstandig na te denken over het doen van schenkingen. Immers, nu kun je het jaarlijks vrijgestelde bedragen voor (klein)kinderen nog benutten en dat is vaak aantrekkelijk. Deze bedragen zijn in 2018: kinderen: € 5.363 en kleinkinderen: € 2.147. Maar het kan ook aantrekkelijk zijn om de eerste schijf van de schenkbelasting vol te maken. Dit is aantrekkelijk als een vererving straks gedeeltelijk in de hogere tariefschijf valt. Je kunt deze schenking dan combineren met de jaarlijkse vrijstelling (zie hiervoor). De eerste schijf voor de schenkbelasting loopt tot een bedrag van € 123.248.
Is je kind tussen de 18 en 40 jaar dan kun je ook de eenmalig verhoogde vrijstelling benutten t.b.v. je kinderen. Voor 2018 is dit bedrag € 25.731. Belangrijk is dan wel dat je deze vrijstelling niet wilt (gaan) gebruiken voor de verhoogde vrijstelling schenking eigen woning (zie Tips voor de eigen woning). Heb je eenmalig verhoogde vrijstelling eenmaal gebruikt, dan kun je hem in de toekomst niet meer toepassen. Ook niet indien je in 2018 niet het hele bedrag van deze vrijstelling benut. Onder hele strikte voorwaarden is het nog wel mogelijk om in de twee jaar na de schenking het onbenutte gedeelte voor de eigenwoning-schenking alsnog te benutten.
Voor alle schenkingen geldt dat je het natuurlijk het bedrag kunt schenken door overboeking op de bankrekening van de kinderen, maar je kan dit ook bij notariële akte schuldig erkennen. Hiervoor moet je dan wel naar de notaris wat natuurlijk extra kosten met zich meebrengt. Je kunt dit doen als je bijvoorbeeld niet voldoende liquiditeiten hebt om het geschonken bedrag in één keer over te maken of als je liever niet hebt dat je (klein)kinderen al over het bedrag kunnen beschikken. Je zult dan wel daadwerkelijk jaarlijks 6% rente moeten betalen aan je (klein)kinderen.
Maar ook als je de schenking doet door het overmaken van een bedrag op de bankrekening van de (klein)kinderen is het verstandig hier op dezelfde dag een overeenkomst met het (klein)kind op te stellen en tekenen. In deze overeenkomst kun je namelijk de zogenaamde uitsluitingsclausule overeen komen. Hiermee voorkom je dat het bedrag van de schenking gedeeltelijk aan een ex-partner moet worden betaald als het (klein)kind onverhoopt gaat scheiden. Ook onder het nieuwe recht t.a.v. de gemeenschap van goederen is dit nog steeds aan te raden. Voor deze overeenkomst hoef je niet naar de notaris. Natuurlijk kunnen wij deze overeenkomst voor je verzorgen.
Let op
Schenk je het jaarlijks vrijgestelde bedrag (€ 5.363 voor kinderen en € 2.147 voor kleinkinderen), dan hoef je hier geen aangifte voor te doen bij de fiscus. Schenk je meer, dan moet je wel aangifte doen, ook als het de verhoogde jaarlijkse vrijstelling is (€ 25.731) betreft. Deze aangifte moet uiterlijk 28 februari 2019 zijn gedaan.
Inkomen uit verhuur deel eigen woning is onbelast
Heb je in 2018 een deel van jouw eigen woning verhuurd, bijvoorbeeld via Airbnb, dan zijn deze inkomsten volgens een uitspraak van de rechter niet belast. Volgens de rechter zijn alleen inkomsten uit de verhuur van de gehele eigen woning belast. De staatssecretaris is het niet met de uitspraak eens en heeft hoger beroep aangetekend. Heb je in 2018 een deel van jouw eigen woning verhuurd, dan hoeft je de inkomsten dus niet aan te geven. Blijkt dat de rechter in hoger beroep van mening is dat de inkomsten wel belast zijn, dan dient je deze alsnog aan te geven. In dat geval moet je van de inkomsten 70% aangeven in box 1.
Let op
Bij omvangrijke inkomsten uit verhuur van een deel van jouw eigen woning kan er ook sprake zijn van winst uit onderneming of van resultaat uit overige werkzaamheden. Dit is afhankelijk van de omvang van de verhuuractiviteiten en de mate waarin daarbij arbeid wordt verricht. Hoe groter de omvang, des te eerder er sprake zal zijn van professionele verhuur.
Kies voor groen beleggen in box 3
Wilt je jouw box 3-vermogen verlagen, dan kunnen groene beleggingen fiscaal voordelig zijn. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling in box 3 van maximaal € 57.845 (bedrag 2018). Heb je een fiscale partner, dan bedraagt de vrijstelling voor jullie samen zelfs het dubbele (€ 115.690). Naast de vrijstelling in box 3 heb je ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3.
Let op
De vrijstelling werkt niet door naar de vermogenstoets in de toeslagen.
Houd rekening met vermogenstoets toeslagen.
Lagere inkomens hebben vaak recht op een of meer toeslagen. Het gaat om zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget. Voor alle toeslagen, behalve de kinderopvangtoeslag, geldt een vermogenstoets. Dit betekent dat je geen recht heeft op toeslag als jouw vermogen te groot is. De toetsdatum is 1 januari. Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget geldt voor 2018 een toetsvermogen van maximaal € 113.415. Heb je een partner, dan geldt een maximum van € 143.415. Voor de huurtoeslag geldt een maximumvermogen van € 30.000 (respectievelijk € 60.000 als je een partner hebt).
Tip
Heeft je een vermogen rond de genoemde maxima én recht op een of meer toeslagen, dan kan het raadzaam zijn jouw vermogen te drukken. Bijvoorbeeld door een deel van jouw hypotheek af te lossen of een geplande, grotere aankoop naar voren te halen.
Bron: Arne de Beer | Alfa Accountants en Adviseurs