December is voor werkgevers bij uitstek de maand om de regelingen voor het personeel onder de loep te nemen. Laat ik als werkgever geen voordeel liggen in 2017? Waarmee krijg ik te maken in 2018? Hoewel het nieuwe kabinet de plannen uit het regeerakkoord nog moet omzetten in wet- en regelgeving, zijn er al voldoende aandachtspunten voor het komende jaar. Hierna lees je daar alles over.
Nieuw loonkostenvoordeel voor lage lonen
Vanaf 2017 krijgen werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijke minimumloon (WML), een nieuwe tegemoetkoming: het lage-inkomensvoordeel (LIV). Voor de LIV gelden de volgende voorwaarden:
- Het gemiddelde uurloon van de werknemer bedraagt minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor iemand van 23 jaar of ouder.
- Er is sprake van een substantiële baan (minimaal 1248 verloonde uren per kalenderjaar).
- De werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Wat betreft de verloonde uren gaat het om alle uitbetaalde uren, dus ook uren waarvoor niet gewerkt wordt. Denk aan betaald verlof, ziekte, overwerk en uitbetaalde verlofuren.
Tip
Ga na voor welke werknemers je op grond van het uurloon het loonkostenvoordeel zou kunnen ontvangen. Ga vervolgens na of zij het minimaal vereiste aantal uren werken. Zitten ze net onder de grens, dan kan het lonend zijn het aantal uren te verhogen. Zelfs als je jouw werknemer extra betaald verlof zou geven, tellen de uren mee en kun je het loonkostenvoordeel wellicht toch binnenhalen.
Het LIV is ook van toepassing op werknemers jonger dan 23. Zij moeten dan echter wel een gemiddeld uurloon hebben van minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor iemand van 23 jaar of ouder.
Tip
Je hoeft geen apart verzoek te doen voor het LIV. Het LIV wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de in jouw loonaangifte aanwezige gegevens.
Voor de tegemoetkoming is het van belang dat je het uurloon binnen de marges houdt.
Tips
1) Voor jongeren die minder dan 100% WML verdienen, kan het voordelig zijn het loon te verhogen tot binnen de marge. Voor werknemers met een uurloon rond 110% respectievelijk 125% WML is het juist van belang dat ze niet boven de marge komen.
2) Is het uurloon te hoog, dan kun je in plaats van loon wellicht gebruikmaken van alternatieven. Denk daarbij aan onbelaste kostenvergoedingen en het onderbrengen van belast loon in de werkkostenregeling. Dit loon telt namelijk niet mee voor de bepaling van het LIV.
3) Het LIV geldt al vanaf 2017, maar wordt uiteindelijk pas na 1 augustus 2018 aan de werkgever uitgekeerd. Houd er dus rekening mee dat u het loonkostenvoordeel 2017 pas in de tweede helft van 2018 daadwerkelijk ontvangt.
Nieuw loonkostenvoordeel voor jongeren
Werkgevers die vanaf 1 januari 2018 jongere werknemers in dienst hebben, kunnen jeugd-LIV krijgen. Het minimumjeugdloon voor 18- tot en met 21-jarigen is sinds 1 juli 2017 flink verhoogd. Ter compensatie wordt per 1 januari 2018 het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor deze leeftijdscategorie ingevoerd. Een werkgever heeft dan, als aan de voorwaarden is voldaan, per werknemer recht op een tegemoetkoming per uur. Het voordeel kan in 2018 oplopen tot € 3.286,40 per werknemer per jaar.
Benut ook overige nieuwe loonkostenvoordelen
Het loonkostenvoordeel (LKV) is een nieuwe regeling die ingaat op 1 januari 2018. Het is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die oudere werknemers en werknemers met een arbeidsbeperking vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen of houden. Het LKV vervangt de premiekortingen voor arbeidsbeperkte en oudere werknemers. Om het LKV te ontvangen, heb je een kopie van de doelgroepverklaring LKV van jouw werknemer nodig. De korting kan oplopen tot € 6.000 per werknemer per jaar.
Benut de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling
Beoordeel jouw nog resterende vrije ruimte (1,2% van de totale fiscale loonsom). Het is niet mogelijk om de vrije ruimte die in 2017 over is, door te schuiven naar 2018. Maar als je vrije ruimte over heeft, kun je wel jouw werknemers dit jaar nog een aantal belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven.
Houd hierbij rekening met het gebruikelijkheidscriterium. Dit is een lastig criterium, dat inhoudt dat jouw vergoedingen en verstrekkingen niet in de vrije ruimte kunnen worden ondergebracht als dit op zichzelf ongebruikelijk is en/of de omvang van de vergoeding/verstrekking ongebruikelijk is. Ongebruikelijk betekent in dit verband: een afwijking van 30% of meer.
- Maak gebruik van de doelmatigheidsmarge van € 2.400 per persoon per jaar. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de vergoedingen/verstrekkingen in ieder geval als gebruikelijk.
- Maak gebruik van de collectieve vrije ruimte binnen de concernregeling. Houd hierbij rekening dat de concernregeling alleen geldt voor bv’s, nv’s en stichtingen en dat een belang van minimaal 95% vereist is.
Tip
Heb je nog geen andere belaste vergoedingen of verstrekkingen gehad, dan kun je jezelf dit jaar als dga bijvoorbeeld ook een eindejaarsbonus geven van € 2.400. Staat jouw echtgenote ook op de loonlijst, dan geldt dit ook voor haar.
Vier kerst dit jaar WKR-optimaal met jouw personeel
Geef bij dreigende overschrijding van de vrije ruimte in plaats van een kerstpakket eens een nieuwjaarsgeschenk. Of vervang de kerstborrel buiten de deur door een nieuwjaarsborrel buiten de deur. En het bedrijfsfeestje is misschien begin 2018 net zo gezellig als eind 2017. Omdat deze verstrekkingen dan in 2018 plaatsvinden, komen ze ook ten laste van de vrije ruimte in 2018.
Let op
- Bedenk wel dat schuiven alleen zin heeft als je in 2018 niet met dezelfde dreigende overschrijding van de vrije ruimte te maken krijgt.
- Denk ook eens na over het anders inrichten van bepaalde vergoedingen of verstrekkingen. De kerstborrel buiten de deur is met wat aankleding misschien wel net zo gezellig in jouw bedrijfspand. Dit is aantrekkelijk, omdat de kerstborrel buiten de deur ten laste van de vrije ruimte komt, terwijl de borrel binnenshuis op nihil is gewaardeerd.
- Gaat de borrel binnenshuis gepaard met een maaltijd, dan komt voor de maaltijd wel het forfaitaire bedrag van € 3,30 per werknemer ten laste van de vrije ruimte. Dit is echter altijd beduidend minder dan de werkelijke waarde van een maaltijd buiten de deur, die anders ten laste van jouw vrije ruimte was gekomen.
WBSO mogelijk omlaag in 2018
De voordeelpercentages voor de WBSO gaan waarschijnlijk omlaag per 1 januari 2018. In 2016 is het WBSO-budget namelijk overschreden en dat betekent een aanpassing voor volgend jaar. De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een van de belangrijkste fiscale stimuleringsregelingen voor innovatie. Hiermee kunnen bedrijven hun loonkosten voor Speur & Ontwikkelingswerk (S&O) en andere S&O-gerelateerde kosten en uitgaven verlagen. Bedrijven dragen hierdoor minder loonheffing af en de zelfstandige ondernemer krijgt een vaste aftrek (S&O-aftrek).
De S&O-afdrachtvermindering bedraagt in 2017 32% van de totaal gemaakte S&O-(loon)kosten en uitgaven voor zover deze niet meer bedragen dan € 350.000 en 16% over het meerdere. De S&O-aftrek voor de ondernemer bedraagt in 2017 € 12.522. Voor startende werkgevers en zelfstandige ondernemers is het voordeel zelfs nog iets meer.
Let op
Waarschijnlijk gaan de voordeelpercentages van de S&O-afdrachtvermindering volgend jaar omlaag van 32% en 16% naar respectievelijk 31% en 14%.