ABCOUDE - Per 1 oktober 2012 wordt de BTW verhoogd van 19 naar 21 procent. Wat betekent dit voor u? In welke situatie moet u welk tarief toepassen? In 14 handige vragen en antwoorden vat de redactie een toelichting van het Ministerie van Financiën samen.
1) Mogen ondernemers prestaties die zij vanaf 1 oktober verrichten, al voor 1 oktober factureren met het verhoogde BTW-tarief van 21 procent?
Ja, prestaties die vanaf 1 oktober 2012 geleverd worden en die onder het hoge BTW-tarief vallen, mogen eerder gefactureerd worden met het verhoogde BTW-tarief van 21 procent. Uw afnemer mag de 21 procent BTW conform de regels in aftrek brengen.
2) Hoe neem ik dit op in mijn BTW-aangifte?
Prestaties die u voor 1 oktober gefactureerd heeft met 21 procent, kunnen opgenomen worden in rubriek 1c van het aangifteformulier. Per 1 oktober 2012 is het tarief van 21 procent algemeen en geeft u dit in rubriek 1a aan.
3) Welk tarief is van toepassing bij prestaties die voor 1 oktober zijn begonnen en die vanaf 1 oktober eindigen?
In dit geval moet u de afrekening in tweeën splitsen. Voor het deel van de prestaties dat voor 1 oktober is geleverd hanteert u het tarief van 19 procent, voor het deel dat vanaf 1 oktober is geleverd hanteert u het nieuwe tarief van 21 procent.
4) Hoe corrigeer ik de facturering van doorlopende prestaties?
Als u 2012 al gefactureerd heeft, moet u in principe een aanvullende factuur sturen met 21 procent BTW vanaf 1 oktober. U kunt de extra BTW ook factureren op de factuur over 2013, als dit om administratieve redenen uw voorkeur heeft. Dit kunt u vermelden als ‘nagefactureerde BTW 2012'. U bent hoe dan ook verplicht vanaf 1 oktober 2012 de hogere BTW te voldoen.
5) Welk BTW-tarief geldt bij onderhouds- en serviceabonnementen?
Bij deze abonnementen is de daadwerkelijke onderhoudsdienst de hoofdprestatie. Het moment waarop de onderhoudsdienst is afgerond is daarom bepalend om vast te stellen of het tarief 19 of 21 procent is. Hierbij is niet van belang op welke wijze de vergoeding (vooraf, in termijnen of na afloop) wordt betaald.
6) Als een onderhoudsbeurt uit een abonnement na 30 september plaatsvindt, moet er dan alsnog 2 procent BTW extra worden betaald? Ook als het abonnement al is betaald met 19 procent BTW?
Ja, zie de antwoorden bij 3 en 5. Het moment waarop de prestatie wordt verricht is beslissend. Dus wordt de onderhoudsbeurt voor 1 oktober verricht, dan geldt het tarief van 19 procent. Wordt de beurt na 30 september afgerond, dan geldt 21 procent.
7) Wat wordt er in de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen bedoeld met ‘een gesloten overeenkomst'? Kunnen opschortende voorwaarden hier een rol spelen?
Van belang is dat de koop/aannemingsovereenkomst vóór 28 april 2012 is gesloten. Niet van belang is of er opschortende dan wel ontbindende voorwaarden zijn opgenomen in deze overeenkomst. Een overeenkomst is ‘een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan' (artikel 6:213 van het Burgerlijk Wetboek).
8) Hoe zit het met de overgangsregeling bij gemengde objecten (zowel woonhuis als bedrijfspand)?
Indien meer dan 50 procent van het pand als woning wordt gebruikt, mag het pand in zijn geheel als woning worden aangemerkt. Indien 50 procent of minder van het pand als woning wordt gebruikt, is de overgangsregeling alleen van toepassing op het woongedeelte.
9) Worden er eisen gesteld aan de verkrijger van de woning?
Nee, er worden geen eisen gesteld aan de verkrijger van de woning.
10) Hoe werkt de overgangsregeling voor onroerende zaken bij meerwerk?
Bij een koop/aanneemovereenkomst is het vaak mogelijk meerwerk te laten uitvoeren. In veel gevallen moet de opdrachtgever dan direct een percentage, bijvoorbeeld 50 procent, van de kosten van het meerwerk betalen. Welk BTW-tarief geldt in dat geval?
Overgangsregeling onroerende zaken:
Als de opdracht tot het verrichten van het hier bedoelde meerwerk wordt verstrekt vóór 1 oktober 2012, kan het daarbij direct te betalen bedrag worden beschouwd als een op dat tijdstip vervallen termijn. Daarvoor geldt dan dus het 19% tarief.
Overgangsregeling nieuwbouwwoningen:
Als de opdracht tot het verrichten van het hier bedoelde meerwerk is verstrekt vóór 28 april 2012 (dus als onderdeel van de koop/aanneemovereenkomst voor de bouw van een nieuwbouwwoning) en de betaling daarvan in één of meer termijnen gedaan wordt vóór 1 oktober 2013 geldt het 19% tarief.
11) Is de overgangsregeling voor nieuwbouwwoningen ook van toepassing op de aankoop van een bouwkavel?
Nee, de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen is alleen van toepassing als er voor 28 april 2012 een koop/aannemingsovereenkomst is gesloten voor de bouw van een nieuwbouwwoning (die na 30 september wordt geleverd). 28 april 2012 is dus een ‘fatale termijn' en de overgangsregeling geldt niet voor bouwkavels.
12) Geldt de overgangsregeling voor onroerende zaken ook voor verbouwingen?
Ja, de overgangsregeling voor onroerende zaken geldt ook voor verbouwingen. De overgangsregeling geldt echter niet voor onderhouds- of herstelwerkzaamheden, zoals het vervangen van kozijnen of dakgoten en het vernieuwen van dakbedekking. Een verbouwing is bijvoorbeeld het plaatsen of veranderen van keukens en badkamers, het aanbouwen van een serre en het aanbrengen van een dakkapel. Als het contract zowel verbouwings- als onderhoudswerkzaamheden bevat, valt het in zijn geheel onder de overgangsregeling. Voorwaarde is wel dat de werkzaamheden niet (vrijwel) uitsluitend onderhoudswerkzaamheden zijn.
13) Heeft de verhoging van het BTW-tarief gevolgen voor de wijze van verrekenen van negatieve tijdvak- en jaarwinstmarges bij toepassing van de globalisatieregeling bij de margeregeling?
Nee, er hoeft bij het verrekenen van negatieve tijdvak- en jaarwinstmarges geen rekening te worden gehouden met de tariefsverhoging.
14) Hoe wordt bij toepassing van de globalisatieregeling bij de margeregeling na afloop van het kalenderjaar 2012 de BTW berekend over de voor 2012 vastgestelde winstmarge voor goederen waarop het algemeen tarief van toepassing is?
Deze BTW moet tijdsevenredig worden berekend. Dat wil zeggen dat voor driekwart van de
jaarwinstmarge het 19 procent-tarief geldt en voor een kwart van de jaarwinstmarge het 21 procent-tarief.
Bron: Rikco Pardoen | BusinessCompleet.nl
Andere nieuwsberichten in de maand AUGUSTUS 2012:
Geen andere nieuwsberichten gevonden in AUGUSTUS 2012