Bij een hypotheek denk je al snel aan het aflossen van die schuld. Dat is verstandig? Toch? Nee, zeker niet altijd, waarschuwt personal finance expert Paul van der Kwast.
Bijna 16.000 euro losten huizenbezitters vorig jaar gemiddeld af op hun hypotheek, zo bleek vorige week uit onderzoek van ING. En dit jaar zeggen ze zo’n 12.000 euro te gaan aflossen. Nu kan aflossen verstandig zijn, maar vaak is aflossen helemaal niet zo slim en zijn er betere manieren om je woonlasten te verlagen.
1. Geld is weg.
Een nadeel van aflossen is dat je dat geld dan voor altijd ‘kwijt’ bent. Het zit voortaan in je huis. Als je later ooit tekort komt, bijvoorbeeld omdat je uit elkaar gaat terwijl je huis ‘onder water’ staat, of omdat je je baan verliest, heb je dat geld misschien hard nodig. Je kunt het wel weer lenen, maar niet meer als hypotheek. Je moet dan met je creditcard lenen of een persoonlijke lening afsluiten en daarover betaal je een veel hogere rente, die bovendien niet aftrekbaar is.
2. Overwaarde.
Als je gaat verhuizen naar een duurder huis, moet je de overwaarde volledig voor dat nieuwe huis gebruiken. Dus hoe meer je aflost, des te hoger de overwaarde en hoe minder je mag bijlenen.
3. Minimaal voordeel. Het financiële voordeel van aflossen valt tegen. Vraagje: als je 10.000 euro gebruikt om af te lossen, wat denk je dan dat je per maand aan woonlasten bespaart? Even niet rekenen, maar intuďtief … Het antwoord: als je dat gebruikt om af te lossen op een aflossingsvrije hypotheek met een hypotheekrente van 3 procent, bespaar je na belastingaftrek hooguit 180 euro per jaar of 15 euro per maand. Dat valt dus tegen. 10.000 euro armer, maar twee keer per jaar extra met z’n tweeën uit eten en het voordeel van die dure aflossing is al verdwenen!
4. Spaarhypotheek.
Ga goed rekenen voordat je aflost op een (bank)spaarhypotheek of een beleggingshypotheek (in box 1). Je spaart of belegt namelijk belastingvrij. Bij een (bank)spaarhypotheek krijg je meestal ook een hogere rente dan als je ‘gewoon’ spaart. Zulke hypotheken zijn een cadeautje uit de tijd dat huizenbezitters nog in de watten werden gelegd.
5. Woekerpolis.
Kijk of je een woekerpolis hebt. Veel mensen vermoeden wel dat ze een woekerpolis hebben, maar hebben geen zin om zich er in te verdiepen. Dus blijven ze geld in een bodemloze put storten. Banken en verzekeraars werken tegenwoordig mee bij het overzetten van je woekerpolis naar een goedkopere niet-woekervariant.
6. Overlijdensrisicoverzekering.
Bij veel hypotheken zit een verplichte overlijdensrisicoverzekering voor het geval jij of je huisgenoot doodgaat. Daarmee kun je de hypotheek (deels) afbetalen. Deze verzekeringen zijn de afgelopen jaren aanmerkelijk goedkoper geworden, waardoor het vaak slim is om de oude in te ruilen voor een goedkopere, nieuwe polis. Als dat tenminste mag van de bank.
7. Oversluiten.
Met het oversluiten van je hypotheek naar een andere hypotheek met een lagere rente kun je veel geld besparen. Laat je niet afschrikken door de hoge boeterente die je soms betaalt. Deze boeterente – die je hier kunt uitrekenen – en andere oversluitkosten zijn aftrekbaar. Dat scheelt! Om te berekenen wat oversluiten je uiteindelijk oplevert, kun je deze tool gebruiken.
Bron: www.intermediair.nl | Paul van der Kwast
Andere tips & adviezen in de maand MAART 2015:
Geen andere tips & adviezen gevonden in MAART 2015