WAGENINGEN - Bij overlijden van een ouder ontstaat tussen de achterblijvende ouder en kinderen vaak een onderlinge schuld-vorderingverhouding. Voor de heffing van inkomstenbelasting worden die vorderingen en schulden genegeerd, en worden de onderliggende goederen fiscaal volledig toegerekend aan de langstlevende ouder.
Verzorgingsgedachte
Om de langstlevende partner goed verzorgd achter te laten, krijgt de langstlevende doorgaans alle goederen van de nalatenschap. De kinderen worden daardoor ‘onderbedeeld'; ter compensatie krijgen zij een vordering op de langstlevende ouder. De kinderen zouden die vordering eigenlijk in box 3 van de inkomstenbelasting moeten aangeven, en daartegenover zou de langstlevende belast moeten worden voor het saldo van de verkregen goederen en de overbedelingsschuld aan de kinderen. Gevoelsmatig past het echter niet om de kinderen voor deze vordering te belasten. Om fiscaal bij dat gevoel aan te sluiten negeert de inkomstenbelasting de vordering en de schuld, en worden de goederen volledig bij de langstlevende belast.
Wijzigingen
De genoemde defiscalisering geldt al sinds 2001 maar is vorig jaar uitgebreid. Sindsdien geldt de defiscalisering ook voor goederen waarop een vruchtgebruik voor de langstlevende rust. Zo'n vruchtgebruik – bijvoorbeeld op de woning of op andere goederen – is bedoeld om in het levensonderhoud van de langstlevende te voorzien. Tot 2012 moest de langstlevende de waarde van dat vruchtgebruik aangeven en moest het kind de waarde van de blooteigendom aangeven. Door de defiscalisering geeft de ouder met ingang van 2012 de volle waarde van de goederen aan, en wordt het kind niet meer in box 3 belast voor de blooteigendom. Andere genotsrechten dan vruchtgebruik, zoals een recht van gebruik en bewoning, vallen overigens niet onder de defiscalisering.
Ook de vordering die ontstaat als een kind een beroep doet op zijn legitieme portie is voortaan onverkort gedefiscaliseerd. Tot 2012 was zo'n vordering alleen gedefiscaliseerd als de nalatenschap op een bepaalde manier was verdeeld.
Onduidelijkheid bestaat nog over schulden die tot de nalatenschap behoren. Volgens de letterlijke wettekst worden die niet gedefiscaliseerd, zodat de kinderen de over die schulden betaalde rente zouden kunnen aftrekken. Mogelijk is echter toch een defiscalisering bedoeld zodat alleen de langstlevende de rente kan aftrekken.
Vermogenstoets
De wetswijziging kan tot gevolg hebben dat goederen die aanvankelijk niet gedefiscaliseerd waren – en dus gesplitst bij ouder en kind werden belast – sinds 2012 alsnog gedefiscaliseerd zijn, en voortaan dus uitsluitend bij de ouder worden belast. Dat kan vervolgens weer van invloed zijn op de vermogenstoets zoals die sinds begin 2013 wordt toegepast bij de zorgtoeslag en bij de eigen bijdrage voor de AWBZ. De defiscalisering kan onder omstandigheden echter worden beïnvloed doordat zij alleen geldt voor onderbedelingsvorderingen die niet opeisbaar zijn. Afhankelijk wat daarover in het testament is bepaald kan de opeisbaarheid worden vervroegd, zodat de defiscalisering niet geldt.